vrijdag 16 september 2011

De muziekcolumn II; “The days after 9/11”

Niemand is het ontgaan. Afgelopen zondag was het tien jaar geleden dat twee gekaapte vliegtuigen zich in het World Trade Center in New York boorden. Sindsdien is er een oorlog tegen het terrorisme ontstaan. En pas sinds kort is de bedenker van deze aanslag tien jaar geleden, Osama Bin Laden, gedood door Amerikaanse commando’s in Pakistan. Tien jaar na dato krabbelt Amerika nog steeds op van de aanslagen. Niet alleen New York, maar ook Washington en eigenlijk heel de wereld rouwen op 11 september.

In aanloop op de 10de verjaardag van 9/11, je mag het amper een verjaardag noemen maar zo is het wel, zond National Geographic verschillende documentaires uit rond het instorten van de twee skylines in New York, de kaping van de in totaal vier vliegtuigen die dag en nog veel meer. Maar er greep mij een documentaire heel erg aan. Afgelopen augustus is George Bush geïnterviewd naar aanleiding van 9/11. Hij was toentertijd de president van Amerika. Er werd getoond hoe Bush reageerde nadat hij te horen kreeg dat er een aanval was gepleegd op The Twin Towers: “A second plain hit the towers. America is under attack.” Ik schuif het niet onder stoelen of banken. Ik ben nooit een fan geweest van Bush. Ik vond hem net zoals alle andere critici op de wereld een oorlogspresident. Een man die alleen maar aan zichzelf dacht en vond dat hij helemaal niks fout kon doen. Maar na het zien van dat ene uurtje, een op een met hem, veranderde heel mijn blik op hem.

Bush was zo integer, eerlijk en zichtbaar geraakt door wat er die dag gebeurd was. En vooral de steun die hij gaf aan de brandweermannen, politieagenten en tal van andere hulpinstanties die dag hadden geholpen. Ik moest er een traan om laten. Niemand heeft de oud president zo ooit gezien. Niemand wist dat deze Bush ook bestaat. Ik ben het er wel nog steeds van overtuigd dat hij een enorme rotzooi voor de huidige president Obama heeft achter gelaten. En dat hij veel dingen beter had moeten aanpakken. Maar Bush bleek ook gewoon een mens te zien. Iets wat niemand ooit had verwacht.

Tien jaar na de aanslagen worden, en dat is volkomen terecht, de brandweermannen gezien als de helden van die dag. Meer dan 300 brandweermannen lieten op 11 september 2001 het leven. Veel van hen bevonden zich nog in de torens toen die instorten. Je kan het wijten aan een foutieve communicatie, dat de brandweermannen er eerder uitgehaald hadden moet worden. Maar achteraf speculeren is het makkelijkste wat er is. Daarom moet daar ook niet meer aan getwijfeld worden. En dat snapte film director Spike Lee heel goed. In de week voorafgaand aan 11 september 2011 bracht Spike Lee 150 kinderen uit New York bijeen om een korte film op te nemen. Dit om zo aandacht te vragen voor de gevallen helden, tien jaar geleden. Er zijn geen woorden voor nodig. Hieronder het verbluffende eindresultaat.

Maar iedereen heeft zijn eigen gedachte en herinnering aan tien jaar geleden over gehouden. Ik weet ook nog precies wat ik deed. Ik kwam net uit school en een schoolvriendje wilde blijven spelen, maar moest van zijn moeder naar huis toe komen. Voor de rest weet iedereen wat er daarna gebeurde. Een van de zwartste dagen in de geschiedenis van de wereld trok toen aan ons voorbij. In de jaren na de aanslagen was er duidelijk een nummer dat me altijd eraan bleef herinneren. Niet voor niets is er ook een toepasselijke videoclip bij dit nummer gemaakt. Live met Overcome. Het lied van 9/11. Dat zij die vielen, nooit worden vergeten.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten