zaterdag 7 april 2012

Heldencolumn IV; 'Tom Boonen, gebeiteld door Michelangelo'

Morgen begint het weer. Honderden kilometers asfalt vreten, over ellenlange, door zand vergaande kasseienstroken, uitgevoerd door professionele 'sloopbedrijven'. 250 kilometer aan een stuk. Soms wel zeven uur achter elkaar. Van verhard naar onverhard. Door wind en regen. Met vallen en opstaan. Het is weer zover. Parijs-Roubaix staat op het punt van beginnen. 
Deze zogenaamde 'sloopbedrijven' zijn spreekwoordelijke idioten, die ieder jaar weer, op een vaste zondagmorgen, massaal om 10 uur 's ochtends op de fiets besluiten te stappen en er voor de zeven uur die daarna volgen niet meer vanaf te komen. De wielrenners, want daar gaat het hier om, die zich wagen aan de Hel van het Noorden, worden 's ochtends badend in het zweet wakker, onwetend van wat hen die dag te wachten staat. En dit jaar zal de koers, zoals ze dat zo mooi, en alleen in België kunnen zeggen, in het teken staan van een Belgische reus. Die zijn naam na jaren van afwezigheid in de voorjaarsklassiekers, eindelijk weer heeft laten gelden. Ik geef u, Tom Boonen. 
De E3-prijs gewonnen. In dit rit Gent-Wevelgem als eerste zijn wiel over de finish duwen en afgelopen weekend, voor de derde keer in zijn carrière de Ronde van Vlaanderen op zijn naam schrijven. Voor een willekeurige passant zijn dit gewoonweg namen en overwinningen. Voor  Tom Boonen is dit een soort van reïncarnatie in het jaar 2012. Opgestaan uit de dood. Media spuwde, dat na zijn cocaïnegebruik in 2008 Tom te oud zou zijn. De sleet erop aan het komen was en dat we nooit meer de oude Boonen zouden zien. De Boonen die tussen 2004 en 2008, tot aan zijn cocaïnegebruik, 89 profzeges behaalde. De Boonen die in 2005 solo, ja je leest het goed, solo, naar de finish van Parijs-Roubaix reed. De Tom Boonen die zich in vier jaar tijd naar Belgisch exportproduct nummer één had gereden zouden we volgens insiders nooit meer terug zien.

Inmiddels weten we dat de geschiedenis ons iets anders heeft geleerd. Drie voorjaarsklassiekers gewonnen. Een zelfvertrouwen dat groter is dan dat van Muhammed Ali, vlak voordat hij de ring instapte voor een gevecht met zijn ‘vriend’ Joe Frazier. En een hele natie die achter hem staat. Zondag 8 april, als in de vroege morgen iedereen paaseieren gaat zoeken en bij de familie aanschuift voor een paasontbijt, stapt in Parijs een 31-jarige wielrenner zijn fiets op. Met in zijn gedachte al het juichen op de wielerbaan van Roubaix. Het einde van de tocht is voor binnenkomst al in zicht. De laatste bocht naar links. Het shirtje dat nog even mooi strak wordt getrokken. De handen omhoog. Een brede glimlach. Bedankt, Tom Boonen.