Heel even moeten we stilstaan en gedenken. We leggen onze
pennen neer, zetten onze telefoons uit en voor tien minuten ben je gefocust op
je beeldscherm en je eigen gedachten. Het is geen lang verhaal, meer een moment
om na te denken dat je geluk hebt. Het geluk dat je één van de beste
basketballers ooit hebt mogen zien spelen.
Kobe Bryant.
Velen zeggen dat Bryant de enige speler is die ooit in de
buurt is gekomen van de legacy van His Airness, The G.O.A.T., 23: Michael
Jordan. Bijna alle records die Michael had, verbeterde Kobe. Die op zijn beurt
weer vel records kwijtraakte aan LeBron. Maar dat terzijde. Want Bryant is
bezig aan zijn afscheidstournee langs de mythische stadions waar hij twintig
jaar lang heerste. Na dit seizoen zit het waarschijnlijk erop voor de Black
Mamba. Dan kunnen de schoenen worden opgeborgen in de kast en kan het leven als
analist of trainer begonnen. Sportman dat Bryant is zal hem altijd zeggen dat
hij nooit te oud is om basketbal te spelen. Net als Jordan. Die had op zijn
vijftigste zelfs het levendige idee om zijn return te maken in de sport. Kijk
dus niet raar op als over dertien jaar Kobe met hetzelfde idee komt.
Maar wij, de kijkers, willen dat Bryant na dit seizoen
stopt. De magie is nog altijd aanwezig, maar het door blessures gekneusde
lichaam van Bryant kan niet meer. Het is op. Gisteren speelde Bryant
waarschijnlijk zijn laatste wedstrijd in Madison Square Garden, New York. De plek
waar hij in het verleden 61 punten in één wedstrijd wist te maken. Toentertijd
wilde hij niets liever dan op het veld blijven staan. Hij moest het
puntenrecord van zijn idool Jordan verbreken. En hij deed het, met zes punten
verschil. Alles wat Jordan had gedaan was een obsessie geworden voor Bryant. In
alles moest hij beter zijn. Maar de afgelopen jaren is Bryant zelf de obsessie geworden.
Niet Jordan, maar hij wordt nu nagedaan op pleintjes. Hij wordt nu geadoreerd
en is het voorbeeld voor de jonge garde die staat te poppelen om de basketbalwereld
te veroveren. En daarom is het tijd om te stoppen.
Nu mag je langzaam je pen weer pakken. Zet je telefoon maar
weer aan en je kantoordeur mag weer open. Maar beloof me. Op de weg van je
stoel naar de deur, denk je nog even aan je geluk. Aan Kobe. Aan zijn curtain
call.