donderdag 23 juni 2016

Zidane

De maestro
De magiër
187 centimeter aan pure klasse
Nooit eerder vertoond
Nooit meer geëvenaard
De herinnering blijft
De voorzet
Zijn linkervoet
De perfecte kus van de bal
En de blikken van verbijstering
Het moment is eeuwig
De liefde voor altijd

zaterdag 4 juni 2016

De hemel die zich vult

Als je dit leest, moet je even naar buiten kijken. Grote kans dat je daar een wolk ziet. Daar zitten al onze founding fathers van de huidige samenleving. Van Martin Luther King tot aan Johan Cruijff. Van Nelson Mandela tot aan Prince. Ze zitten er allemaal. Ergens op een verlaten wolk zit Joe Frazier. De oud-wereldkampioen boksen die alweer vijf jaar geleden is heengegaan. Net als op aarde, leeft Joe in de hemel in stilte. Je hoort hem niet. Je ziet hem weinig. Maar hij is er wel.

Al sinds 2011 wacht Joe daar op zijn vriend. Zijn vriend waarmee hij epische momenten deelde in de boksring. Zij waren de beste. De één uitgesproken, de ander verlegen. De één was een vlinder, de ander een krachtpatser. Maar één passie werd gedeeld; boksen tot het bittere einde. En het einde is nu nabij. Vannacht is Muhammad Ali overleden op 74-jarige leeftijd. De wereld laat een traan en kijkt nogmaals naar boven. Heel even denken we weer aan iedereen die daar is. Van vriend tot vijand. Van familie tot onbekende. De wolken vullen zich. Zonder dat het ooit stopt.

En dan komt het besef. De twee beste boksers aller tijden zijn er niet meer. Er zal nog steeds geschiedenis worden geschreven, maar er wordt nooit meer geschiedenis herschreven. Dus laat ik mij dan nu richten naar jullie; Ali en Joe.

Blijf maar daar. Het is mooi geweest. Geniet daarboven van de stilte en de rust. En mochten jullie nog zin hebben? Haal dan nog een laatste maal jullie bokshandschoenen erbij. En dans, stoot, maar vooral geniet. Geniet van jullie laatste, hemelse bokswedstrijd.

RIP
Joe & Muhammad

dinsdag 3 mei 2016

De titel van je buurjongen

Mijn telefoon trilt. Het is 22:57u. Een pop-up van de NOS-app; ‘Leicester City voor het eerst Engels voetbalkampioen’. Even knijp ik mijzelf in mijn arm. Op het moment van knijpen gaat er een rilling door mijn lichaam en verschijnt er een kleine glimlach op mijn gezicht. Het achtste wereldwonder is geschied. We gaan Gary Lineker echt in zijn onderbroek Match of the Day zien presenteren. Geen Tottenham, Manchester City of Arsenal. Nee, het is echt waar. Leicester City kampioen!

Maar laten we wel een kanttekening plaatsen bij dit kampioenschap. Een kanttekening die het eigenlijk alleen maar mooier maakt. Want het kampioenschap van Leicester City is eigenlijk niets anders dan het kampioenschap van de plaatselijke bal-op-het-dak zeven. Natuurlijk ligt het niveau een tikkeltje hoger, maar stiekem vergelijken wij ons allemaal met Leicester City. Het lijkt een uit de hand gelopen vriendenteam. Gezellig een potje voetballen op de zaterdagmiddag. Geen poespas. Gewoon  bikkelhard verdedigen, doelpunten maken en daarna  de pub in. Zelfs toen gisteren de beelden van de vreugde uit de woonkamer van Jamie Vardy ons bereikte, leek het alsof wij allemaal in diezelfde woonkamer stonden. Het herkenningspunt; het lege kratje Jupiler op de keukentafel en het biertje in de hand van de bewoner van het huis. We voelden ons thuis.

En probeer nu niet te ontkennen dat ook jij een kleine glimlach op je gezicht hebt gekregen. Wat een wonder. Allemaal onder leiding van Ranieri. De manager die geen manager is, maar een vader voor ons allemaal. Zie je Ranieri zijn dug-out uitlopen, dan lijkt het alsof er een willekeurige voetbalvader met mooi pak langs de zijlijn van een amateurveld is geplukt. Heel even geeft hij een subtiele aanwijzing. Kort neemt hij een speler bij de hand en vertelt hem de juiste looplijn. Ranieri is de kers op de taart, het neusje van de zalm van het trainersgilde en bovenal een geweldige man. De personificatie van onze herkenning in Leicester City.


Heeft Leicester City nu een grote middelvinger getoond naar het moderne voetbal? Het voetbal dat vergiftigd is door eigenwijze miljardairs, buitenproportionele transfersommen en zelfingenomen voetballers. Ja, eigenlijk wel. Maar ergens wil ik er niet aan denken. Ergens wil ik alleen maar blijven dromen. Het verhaal is te mooi. Een jongensboek dat werkelijkheid wordt. Over enkele weken sluiten we het boek van Leicester City 2015/2016. Dan kunnen de foto’s in het album worden geplakt, kan de kampioensbeker in het museum achter glas worden opgeborgen en zit Lineker weer in pantalon voor de camera. Maar voor nu mogen we nog even dromen. Nog even mogen we ons één voelen met Schmeichel, Fuchs, Huth, Morgan, Simpson, Albrighton, Drinkwater, Kanté, Mahrez, Vardy, Okazaki en Ranieri. En nog even mogen we een kleine glimlach op ons gezicht laten toveren door the Foxes.

donderdag 31 maart 2016

Johan is en blijft een Catalaan in hart en nieren

Johan is niet meer. De beste Nederlandse voetballer ooit is heengegaan. Ik weet niet hoe het er op die bewuste donderdag rond twaalf uur in de middag uit zag, maar de gedachte bij het moment dat Johan zijn laatste adem uitblies, bezorgt mij kippenvel. Voor enkele dagen lang voelden we ons allemaal een klein beetje Johan. Niets vluchtelingenbeleid, niets Koen Everink, niets aankomend lenteweer. Johan sloeg de klok.

Maar waar onze pijn al groot is, gaat het in Catalonië verder. Daar was Johan niet het straatvoetballertje uit Betondorp met een haarfijne techniek. In Catalonië was Johan een vredige verlosser. Een verlosser die durfde ingaan tegen het machtige regime van dictator Franco. Noem het Amsterdamse bluf, Hollandse nuchterheid. Ik noem het Catalaans bloed. Dat stroomde namelijk van jongs af aan al door de aderen van Johan. Zijn bloed was niet donkerrood, het was vermengd met het fleurige geel van de Senyera. Overal waar Johan kwam, sprak en voetbalde, was hij machtiger dan welke Spaanse regeerder ooit. En wat deden we in Nederland? Daar hadden we het over de VOC-mentaliteit, over de Dolle Mina’s en over de affaire van prins Claus.

Als Johan sprak, luisterde heel Spanje. In Nederland krakten we zijn woorden. In Barcelona bouwde Johan aan een imperium. In Nederland braken we elke steen die hij legde even snel weer af. We waren er niet voor Johan. En nu rouwen we. Terwijl er eigenlijk maar op één plek in de wereld echt gerouwd mag worden.


Begrijp mij niet verkeerd; acht keer kampioen met Ajax, drie keer Europa Cup I en mede-uitvinder van het totaalvoetbal. Een Nederlandse grootheid, dat is Johan zeker. Belangrijker dan Willem van Oranje, zonder enige twijfel. Maar laten we de Amsterdam Arena lekker een betonnen blokkendoos houden met zijn huidige naam. Geen rare fratsen of nationale herdenkingen. Nee. Camp Nou moet Estadi Johan Cruijff gaan heten, er moeten gehele woonwijken worden vernoemd naar de eeuwige nummer 14 en op het grootste plein van Barcelona, de Placa de Catalunya, moet een groot standbeeld komen van de Verlosser waar elke week, het liefst op donderdag om 12.14u, een minuut stilte wordt gehouden. Daar hoort hij thuis. Johan is en blijft van Catalonië.

maandag 9 november 2015

His curtain call

Heel even moeten we stilstaan en gedenken. We leggen onze pennen neer, zetten onze telefoons uit en voor tien minuten ben je gefocust op je beeldscherm en je eigen gedachten. Het is geen lang verhaal, meer een moment om na te denken dat je geluk hebt. Het geluk dat je één van de beste basketballers ooit hebt mogen zien spelen.

Kobe Bryant.

Velen zeggen dat Bryant de enige speler is die ooit in de buurt is gekomen van de legacy van His Airness, The G.O.A.T., 23: Michael Jordan. Bijna alle records die Michael had, verbeterde Kobe. Die op zijn beurt weer vel records kwijtraakte aan LeBron. Maar dat terzijde. Want Bryant is bezig aan zijn afscheidstournee langs de mythische stadions waar hij twintig jaar lang heerste. Na dit seizoen zit het waarschijnlijk erop voor de Black Mamba. Dan kunnen de schoenen worden opgeborgen in de kast en kan het leven als analist of trainer begonnen. Sportman dat Bryant is zal hem altijd zeggen dat hij nooit te oud is om basketbal te spelen. Net als Jordan. Die had op zijn vijftigste zelfs het levendige idee om zijn return te maken in de sport. Kijk dus niet raar op als over dertien jaar Kobe met hetzelfde idee komt.

Maar wij, de kijkers, willen dat Bryant na dit seizoen stopt. De magie is nog altijd aanwezig, maar het door blessures gekneusde lichaam van Bryant kan niet meer. Het is op. Gisteren speelde Bryant waarschijnlijk zijn laatste wedstrijd in Madison Square Garden, New York. De plek waar hij in het verleden 61 punten in één wedstrijd wist te maken. Toentertijd wilde hij niets liever dan op het veld blijven staan. Hij moest het puntenrecord van zijn idool Jordan verbreken. En hij deed het, met zes punten verschil. Alles wat Jordan had gedaan was een obsessie geworden voor Bryant. In alles moest hij beter zijn. Maar de afgelopen jaren is Bryant zelf de obsessie geworden. Niet Jordan, maar hij wordt nu nagedaan op pleintjes. Hij wordt nu geadoreerd en is het voorbeeld voor de jonge garde die staat te poppelen om de basketbalwereld te veroveren. En daarom is het tijd om te stoppen.


Nu mag je langzaam je pen weer pakken. Zet je telefoon maar weer aan en je kantoordeur mag weer open. Maar beloof me. Op de weg van je stoel naar de deur, denk je nog even aan je geluk. Aan Kobe. Aan zijn curtain call.