Gisteren speelde Arjen Robben weer eens mee met Bayern
München in de Champions League-wedstrijd tegen het Engelse Arsenal. Na twee
weken van blessureleed mocht onze beste flankspeler aller tijden weer meedoen
met de eerste elf van München. Niet geheel verassend was het pas de eerste
wedstrijd in drie weken van de Groninger. Daarvoor mocht hij weer eens twee
wedstrijden meespelen en gelijk raakt ons porseleinen servies beschadigd. Een
kleine verrekking aan de hamstring hield Robben de afgelopen twee weken aan de
kant. Als speler en als mens zou ik er gek van worden. Bij elke aanzet weer die
angst dat er iets in je lichaam zomaar kapot kan gaan. Ik adviseer Arjen dan
ook, als goede vriend, om zijn contract tot 2015 uit te zitten en daarna eens
lekker postbode te worden. Ik schets je zijn verhaal.
In 2015 is De Man Van Glas 31 jaar oud. Voor elke voetballer
een leeftijd om eens over je leven na de mooie balsport te gaan denken. Maar
voor Arjen is er geen denken bij. In de laatste twee jaar kwam hij sporadisch
in actie voor de Rekordmeister.
Robben kampte met blessures, maar trainde enorm hard. En telkens als hij een
wedstrijd mocht spelen was alles anders. Dan hield zijn lichaam het niet meer.
De druk, de spanning, de drang van altijd het maximale uit jezelf halen. Ook
als deze drang je tot acties drijft die je zelf niet wilt. Voor de oud-speler
van Chelsea en Real Madrid was het duidelijk. “Na mijn voetbalcarrière moet ik
iets gaan doen waar ik gelukkig van word. Zonder blessures, zonder druk, zonder
het gezeur van altijd presteren.” Dus wordt Arjen postbode in zijn geboortedorp
Bedum.
Stel je het eens voor. Robben stopt met voetballen en belt
naar PostNL. “Goedemorgen met Arjen Robben. Ja klopt, die speler die net
gestopt is met voetballen ja. Uhm mevrouw, ik heb een vraag. Ik zou heel graag
de post willen bezorgen in mijn geboortedorp Bedum. Als het kan voor twintig
uur per week. Dat ik een beetje buiten kom. Niet heel de dag binnen zit of naar
van die verplichte lezingen moet om nog wat geld bij elkaar te sprokkelen. Ohh
dat kan zegt u. Prima, dan kom ik volgende week even langs in Groningen om mijn
contract te tekenen.” En zo geschiedde. Heerlijk. Een voetballer die niet aan
zichzelf denkt, maar gewoon nog eventjes wilt werken voor zijn geld. Want ik
zie voetballers nog altijd als hobbyisten die veel te weinig doen voor de
enorme smak met geld die zij maandelijks op de rekening zien worden
bijgeschreven.
Maargoed, Arjen gaat dus aan het werk bij PostNL. En dan
gebeurt het aller mooiste. ’s Ochtends vroeg komt Robben naar de verzamelplaats
voor postbodes uit zijn regio. Gezellig zitten alle postbodes om een grote
tafel een bakje koffie te drinken en keuvelen ze over het dagelijkse leven. Dat
boer Rinus zijn koeien gisteren niet binnen heeft gezet bijvoorbeeld. Je kent
die gesprekken wel. Opeens valt er een stilte in de ruimte. Een iel kaal
mannetje komt door de deur naar binnen en neemt plaats naast één van de
postbodes. Uit zijn rugzak pakt hij een broodtrommeltje en begint rustig aan
zijn ontbijt. Eerst kijkt iedereen nog raar op. Maar een minuut later is de
stilte vervangen door een enorm kabaal en applaus. Arjen Robben is namelijk net
aan tafel gaan zitten. En zo gaat het dus jarenlang verder. Drie maal in de
week schuift Arjen ’s ochtends aan bij de postbodes om bij te praten en roept
hij als eerste: “Kom! Genoeg gepraat. Laten we eens post gaan bezorgen.” Drie
maal per week vragen niet alleen postbodes, maar ook bewoners van Bedum hem over
verhalen uit de voetbalwereld. Als ze Robben voorbij zien lopen, springen ze
uit hun stoel om hem persoonlijk te begroeten.
Het leven van Arjen Robben is nu zo mooi. Nog mooier dan
toen hij een profvoetballer was. Geen blessures, geen gejammer. Elke ochtend
mag hij verhalen vertellen, hangen mensen aan zijn lippen en wordt hij
herinnerd aan wat voor een goede voetballer hij was. Aan zijn snelheid en
onnavolgbare acties. Het naar binnen trekken en verwoestend uithalen met zijn
gouden linkervoet. Niemand heeft het ook maar over de talloze blessures die hij
heeft opgelopen in zijn carrière. Op dat moment vergeet iedereen voor even hoe
wij hem nu kennen. Als een levende legende, maar dan van glas.